Wat we leerden van een onderzoek naar motivatie in jeugdsport
Stel je voor: je dertienjarige voetballertje komt thuis na de training en vertelt niet over de stand of wie de meeste goals scoorde, maar over waar hij – of zij – persoonlijk beter in is geworden. Hij weet precies wat zijn ontwikkelpunt is, en voelt dat hij daar zelf invloed op heeft. Onrealistisch? Helemaal niet, denken Joy Visser, Yves Voulon en Sophie Olde Veldhuis, studenten aan de CALO – de opleiding Lichamelijke Opvoeding van hogeschool Windesheim in Zwolle. In dit artikel gaan zij in gesprek met Bart de Ruijsscher van SatisfITeers en docent/onderzoeker Antoine de Schipper van lectoraat Sportpedagogiek over wat zij leerden tijdens hun onderzoek naar individuele ontwikkeling in de jeugdsport.
Een nieuwe minor met een duidelijke missie
De aanleiding voor dit onderzoek ligt in een bijzondere samenwerking tussen Windesheim en SatisfITeers, de ontwikkelaar van Super Star Academy.
“Dit innovatieve platform helpt clubs, trainers en spelers om het beste uit zichzelf te halen,” vertelt Bart de Ruijsscher van SatisfITeers. “Niet alleen met aanwezigheidstools of een digitale agenda, maar met een onderliggende pedagogische visie. Ons doel is om via het platform op een laagdrempelige manier een positieve bijdrage te leveren aan de jeugdsport. We willen verkennen of autonomie, zelfreflectie en eigenaarschap echt het verschil maken voor jonge sporters.”
Ook docent/onderzoeker Antoine de Schipper van lectoraat Sportpedagogiek ziet een wereld te winnen. "In de sportwereld bestaan nog altijd hardnekkige mythes, zoals 'no pain, no gain'. Veel vrijwilligers doen enorm hun best, maar proberen de aanpak van topclubs zoals Ajax te kopiëren. Dat werkt misschien voor profs, maar niet voor een jeugdteam uit Tietjerksteradeel. Juist daarom hebben we de minor Jeugdsportinnovatie ontwikkeld."
De minor is bedoeld om studenten te laten ervaren hoe je echte verandering kunt brengen in de sportwereld. “De praktijk is vaak weinig pedagogisch, met mensen die niet zijn opgeleid in het begeleiden van jonge sporters. We willen studenten laten nadenken over hoe je die cultuur kunt kantelen, zodat kinderen met plezier blijven sporten, en tegelijkertijd waarden meekrijgen waar ze de rest van hun leven iets aan hebben.”
Dat vraagt om innovatieve denkers, benadrukt Antoine. “We praten er al decennia over dat het anders moet, maar het systeem verandert niet vanzelf. Met deze minor geven we studenten de tools om daar iets in te gaan betekenen.”
De minor bestaat uit drie onderdelen, vervolgt Antoine: “Studenten krijgen eerst les over leiderschap, omdat een cultuurverandering begint bij mensen die durven voorop te lopen. Daarna verdiepen ze zich in trends en onderzoeksvaardigheden, zodat ze onderbouwde keuzes leren maken. En tot slot werken ze in een praktijkproject, zoals dat rondom Super Star Academy, waarin ze hun inzichten direct kunnen toepassen.”
Waarom deze studenten kozen voor jeugdsportinnovatie
Niet iedere student weet meteen wat bij hem of haar past. Dat gold ook voor Joy Visser. “Ik wist alleen dat ik iets met pedagogiek wilde doen, dat interesseert me. Maar dan liever iets buiten het traditionele lesgeven – dat komt al genoeg aan bod in onze opleiding.” Op de minormarkt raakte ze in gesprek met docent Roel. “Hij legde uit dat je bij deze minor echt de praktijk in gaat, dat je niet alleen leert over vernieuwing, maar er zelf onderdeel van bent. Daar ging ik wel op aan.”
Yves Voulon kan zich daar volledig in vinden. “Ik was niet op de fysieke minormarkt, maar heb alles online bekeken. Via de website kun je goed vergelijken. En wat Joy zei, dat herken ik. Ook voor mij was het pedagogische aspect doorslaggevend. In het lesgeven speelt pedagogiek een grote rol, maar ik was benieuwd hoe je dat ook buiten het lesgeven in de praktijk kunt brengen. Deze minor gaf me die kans.”
Sophie Olde Veldhuis koos om dezelfde reden voor deze minor: “Het leek me heel mooi te onderzoeken hoe je sport pedagogischer én innovatiever kunt inrichten – met meer aandacht voor ontwikkeling dan alleen voor prestatie.”
Een doe-boekje als praktische test
Om te verkennen of meer aandacht voor individuele ontwikkeling tot meer plezier leidt, ontwikkelden de studenten een fysiek doeboekje voor jeugdspelers. "We wilden dat spelers écht zelf bezig zouden zijn met hun groei," legt Yves uit. "Niet alleen luisteren naar de trainer, maar ook zelf nadenken over waar je beter in wilt worden."
In het boekje kiezen spelers een persoonlijk ontwikkelpunt uit drie categorieën: technisch, tactisch of mentaal. “Om het herkenbaar te houden, hebben we ook de technische en tactische onderdelen toegevoegd,” sluit Joy aan. “Maar de focus ligt vooral op het mentale stuk. Dat wordt in de sport vaak nog vergeten, terwijl het juist zo belangrijk is.”
Na elke training vullen spelers in of ze met hun gekozen leerdoel aan de slag zijn gegaan. “Ze zetten een kruisje per training, en aan het eind van de week tellen ze hoeveel 'balletjes' ze verdiend hebben. Dat is een vorm van gamification: hoe meer balletjes, hoe meer gevoel van succes dat oplevert.”
Ook Sophie merkte hoe motiverend dat is: “Het visueel maken, dat je echt iets kunt inkleuren of afvinken, spreekt kinderen aan. Dit kan in een latere fase in de app vertaald worden naar visuele voortgang, badges of virtuele beloningen. Maar wij hebben het op papier gedaan en dat werkte al verrassend goed.”
Bart: “Als je kinderen meteen een app laat downloaden, moeten ze een account aanmaken en meer van dat soort ‘gedoe’. Een boekje kun je gewoon uitdelen en gebruiken. Het draait uiteindelijk niet om de technologie, maar om eigenaarschap en bewustwording. Dat is waar het begint.”
Interessante inzichten uit de praktijk
De studenten voerden het onderzoek uit binnen één team, waarbij bewust twee groepen zijn onderscheiden: een groep werkte met het doeboekje, de andere niet. "Beide groepen werden getraind door dezelfde trainer," vertelt Joy. "Dat gaf ons een unieke kans om de ervaring met het boekje te vergelijken."
Hoewel de meetresultaten geen statistisch significant verschil lieten zien, leverde het onderzoek wel waardevolle kwalitatieve inzichten op. "Bij de spelers die het boekje gebruikten, zagen we dat ze zich bewuster werden van hun eigen ontwikkeling. Ze vonden het motiverend en leuk om bij te houden," legt Yves uit. "Maar ook de groep zonder boekje merkte verschil. Omdat de trainer anders ging coachen - met meer aandacht voor ontwikkelpunten - veranderde de sfeer tijdens de training voor iedereen."
Volgens Bart toont dit het directe én indirecte effect aan van pedagogische vernieuwing. "Het boekje werkt natuurlijk rechtstreeks voor de kinderen die het invullen. Maar het beïnvloedt ook de manier waarop een trainer naar zijn groep kijkt. En dat heeft effect op alle spelers. Dat vond ik zelf een van de mooiste inzichten uit dit project."
Concrete tips voor trainers
Wat kunnen trainers nu concreet doen om meer aandacht te geven aan individuele groei?
Volgens Yves begint het bij inzicht geven. “Laat spelers nadenken over waar ze beter in willen worden, en laat ze daar zelf leerdoelen bij formuleren. Zo maak je ze eigenaar van hun eigen ontwikkeling.” Hij benadrukt hoe belangrijk het is om dat proces positief te begeleiden. “Als trainer kun je daar ook een beloning aan koppelen. Bijvoorbeeld een compliment of een symbolisch ‘balletje’ als ze met hun leerdoelen bezig zijn geweest. Dat motiveert extra.”
Sophie voegt daaraan toe dat het ook om de rol van de trainer zelf gaat. “Ik denk dat het zaak is dat je als trainer niet denkt: ‘de spelers weten het wel’, maar dat je ook zelf bijhoudt waar iemand aan werkt. Alleen dan kun je daar als trainer bewust op inspelen. Dat maakt jouw rol in hun ontwikkeling groter. Zo ontstaat een cultuur waarin niet alleen de prestaties op het scorebord tellen, maar waarin elke speler ook weet: ik doe ertoe, ik groei, en dat wordt gezien.”
Technologie als pedagogische versterking
Technologie kan helpen om het ontwikkelproces van spelers nog beter te ondersteunen, zegt Joy. “In een app kun je alles bewaren wat spelers invullen, dat maakt het overzichtelijker en zorgt ervoor dat er niets verloren gaat.”
Daarnaast versterkt het de motivatie, merkt Yves op. “Als ze zelf invullen wat ze gedaan hebben, groeit hun zelfvertrouwen. Ze zien hun vooruitgang letterlijk terug. Dat geeft eigenaarschap: het is hún ontwikkeling, en ze sturen die zelf.”
Ook Bart ziet daarin kansen. “We willen uiteindelijk met Super Star Academy naar een plek waar technologie spelers ondersteunt in reflectie, zonder dat het ingewikkeld wordt. De app moet simpel zijn, leuk zijn, en vooral bijdragen aan het pedagogisch proces. Geen technische poespas, maar inzicht, motivatie en plezier.”
Wat zou er nog beter kunnen?
Voor vervolgonderzoek zien de studenten nog interessante mogelijkheden. Yves: “Als je dit nog eens zou testen, zou je beter kunnen vergelijken. Bijvoorbeeld twee teams, met en zonder boekje, allebei onder begeleiding van dezelfde trainer. Nu werkten we met één trainer en één team, waarin de ene helft wel en de andere helft niet met het boekje werkte. Dat geeft waardevolle inzichten, maar het kan nog scherper.”
Antoine voegt daaraan toe: "Voor statistisch betrouwbare resultaten zou je een groter aantal deelnemers nodig hebben en een langere onderzoeksperiode. Maar wat de studenten wel hebben laten zien, is hoe je praktijkgericht kunt verkennen wat werkt en wat niet. Dat is precies wat we met deze minor voor ogen hebben."
Sophie ziet ook kansen voor productverbetering: "Het doeboekje kan nog gebruiksvriendelijker. Misschien meer visuele elementen, of een betere structuur voor de reflectievragen. En natuurlijk moet het straks naadloos passen in de app-omgeving."
Over de toekomst van Super Star Academy zijn ze alle drie positief. Sophie vervolgt: "Ik denk dat er veel winst te behalen is als je de app breed beschikbaar maakt binnen verenigingen en daar gericht feedback op ophaalt. En het moet laagdrempelig blijven. Bestaande spelervolgsystemen zijn vaak belachelijk duur. De Super Star Academy moet toegankelijk zijn voor iedereen, juist ook voor amateurclubs."
Bart is enthousiast over wat er geleerd is: "Het mooie van dit project is dat we nu weten hoe we dit soort interventies kunnen onderzoeken en verbeteren. De eerste signalen zijn bemoedigend, en we hebben concrete aanknopingspunten voor vervolgstappen. Dáárom doen we dit."
Meer weten?
Ben je benieuwd naar meer achtergronden over pedagogisch versterken van jeugdsport? Vraag onze uitgebreide whitepaper aan waarin we alle bevindingen en praktische handvatten in detail hebben uitgewerkt.
Verder lezen? Dit raden Joy, Sophie en Yves aan
Wil je je verder verdiepen in pedagogisch begeleiden en motiveren binnen de jeugdsport? De studenten tippen deze boeken en bronnen:
De trainer maakt het verschil – Mauro van de Looij & Wietse Stalinga
Praktisch boek over hoe trainers een positieve impact kunnen hebben op de ontwikkeling van jonge sporters.
Bekijk bij Bruna
Een pedagogisch sportklimaat
Onderbouwde visie op hoe je een veilig en stimulerend klimaat creëert waarin jonge sporters zich kunnen ontwikkelen.
Bekijk bij bol.com
Handboek Loopt ’t, lukt ’t, leeft ’t
Over het verbinden van sport en pedagogiek, met veel praktijkvoorbeelden.
Bekijk bij Bruna
Jeugdsportkompas – initiatief van het Pedagogisch Sportklimaat
Een interactieve tool en bijbehorende inspiratie voor trainers en clubs.
Naar het Jeugdsportkompas